April 2022 - Als er Nicaraguaanse muurschilders naar Tilburg komen, zorgt de Stedenband voor een gastgezin. Herman Fitters heeft zijn huis en dat van zijn gezin regelmatig opengesteld voor gasten uit Matagalpa. En dat is natuurlijk een uitgelezen kans om zo'n logé het hemd van het lijf te vragen.
Om bij het begin te beginnen: Waar kom je vandaan, wie is je vader, wie is je moeder?
Ik ben geboren op 11 september 1978 in een dorpje in Nicaragua dat hoort bij de stad Léon. Maar het dorpje ligt dichter bij Estelí, de stad waar ik nu woon. Ik heb vijf zussen en zeven broers, waarvan er twee overleden zijn. Ikzelf ben het negende kind. Met een aantal woon ik nog altijd bij mijn moeder in huis. Ik zou graag in een eigen huis wonen, maar dat is onbetaalbaar in Estelí. Ik ben er wel voor aan het sparen.
Mijn vader ken ik amper, ik spreek hem nooit. Als ik hem tegenkom in de stad doe ik alsof ik hem niet zie. Een groot gezin vind ik niet fijn, maar het was vroeger normaal. Kinderen zijn een geschenk van God, zei men dan. Tegenwoordig is twee of drie kinderen het meest gebruikelijk in Nicaragua. Mijn voormalige vriendin wilde graag kinderen, maar ik niet. Daarom is het uitgegaan.
Hoe ben je in het muurschilderen beland?
In 1990 -ik was elf- waren er elke zaterdag muurschilder-workshops in het wijkcentrum. Het was gratis en maar vierhonderd meter van ons huis. Zo ben ik begonnen. Ik heb sindsdien vele huizen en muren beschilderd. Maar veel schilderingen zijn in de loop der tijd ook verdwenen, helaas. Destijds hadden we geen mobieltjes waarmee je foto's kon nemen, dus ik heb er ook geen foto's meer van.
Wat voor opleiding heb je gevolgd?
Ik ben eerst architectuur gaan studeren, vervolgens landbouw. Ik ben afgestudeerd landbouwkundige. De architectuuropleiding was een private school, landbouwkunde een publieke school. Tussen 1990 en 2007 is veel onderwijs geprivatiseerd. Met de terugkeer van het Sandinisme (de linkse partij) in 2007 werden die scholen opnieuw openbaar. Dat vind ik veel beter.
Is het onderwijs gepolitiseerd?
Het is een mythe dat alles gepolitiseerd is in Nicaragua. Dat zou je denken als je alleen maar bepaalde media als informatiebron hebt. Publieke scholen zijn gewoon eerlijker. Daar kun je geen diploma's kopen zoals bij veel private scholen het geval was. De eisen vanuit het ministerie van onderwijs zijn hetzelfde.
Je werkt nu bij Funarte, wat is dat?
Funarte is een Niet-Gouvernamentele Organisatie (NGO) die is ontstaan uit de muurschilder-workshops. In 2007 mocht ik les gaan geven in muurschilderen en in 2008 kreeg ik er mijn eerste contract. Tania, Kathy en Rafaël, die eerder in Tilburg zijn geweest, werken nog steeds bij Funarte.
De overheid houdt de NGO's in Nicaragua goed in de gaten. Ze moeten verantwoording afleggen over waar ze hun geld vandaan halen en hoe ze het uitgeven. Als dat niet naar behoren is, krijg je geen accreditatie en kun je dus niet werken. Funarte heeft die accreditatie wel. Overigens, sommige geaccrediteerde NGO's helpen niet-geaccrediteerde NGO's door voor hen de fondsadministratie te doen, tegen een kleine vergoeding, zodat bepaalde programma's toch door kunnen werken. Funarte doet dit niet.
Dat lijkt me toch gepolitiseerd
Dit heeft inderdaad te maken met de poging tot een staatsgreep in 2018. Veel buitenlands geld kwam van het Noordamerikaanse USAID. Zij sponsorden allerlei NGO's, die op hun beurt niet transparant waren over de uitgaven. Dan zou het bijvoorbeeld gaan over het milieu of over de preventie van vrouwengeweld, maar in werkelijkheid financierde dit geld protesten tegen de regering. Ik zie de slechte NGO's dan ook als een gevaar voor mijn werk.
In wezen gaat het allemaal over het Kanaal, dat wil zeggen over de toekomst van Nicaragua. De Amerikanen willen geen Chinees kanaal, ze willen een Amerikaans kanaal, zoals ze eens hebben gehad in Panama. Dezelfde bedrijven die in Nicaragua aan mijnbouw en bosexploitatie doen zijn het nu eens met de protestbeweging tegen het Kanaal. Maar dat is schijnheilig. De werkzaamheden voor een toekomstig kanaal zijn helemaal stilgevallen, als gevolg van het protest. Ikzelf ben wel voorstander van een kanaal, voor de economische ontwikkeling van Nicaragua. Wat mij betreft wordt zo'n kanaal door China gefinancierd, niet door de Amerikanen.
Heb je hobby's?
Mijn hobby's zijn zwemmen, moutainbiken en boogschieten. Niet alledaags in Nicaragua. Ook heb ik een aantal reptielen, waaronder een tarantula-spin. Ik hou van het buitenleven. Met mijn fietsvrienden ben ik eens gefietst tot de grens met Honduras. Dat was zwaar, door de bergen en bossen, maar super-bestial, beestachtig mooi. Fietsen is goed voor de gezondheid én voor het milieu. Een land zonder bossen vind ik geen land. Jullie hebben de Loonse- en Drunense Duinen, dat is een uniek bosgebied. De groene fiets-snelweg naar het Beatrix College (Reeshof) zal ik ook nooit vergeten.
Ik zie de uitvinding van het wiel als een fantastisch geschenk. Ook de boog heeft voor mij een sterke symboliek. Het is een revolutionaire uitvinding geweest; te kunnen schieten in plaats van te moeten gooien. Mijn moeder vindt het maar niks. Zij associeert de pijl en boog met de inheemsen in ons land en vindt het dus achterlijk. Dat is een ouderwetse, koloniale manier van denken. Ik maak zelf mijn eigen bogen, met houtsnijwerk daarin. Mijn pijlen hebben echte veren, geen kunststof zoals hier in Nederland. Onze voorouders waren slim. Eerst leerden de mensen praten, toen kwam het schilderen (primitieve kunst) en daarna pas het schrift. Kunst maakt het ons mogelijk voorwaarts te gaan. Sommige uitvindingen zijn al getekend lang voordat ze mogelijk werden!
Schilderen is nu je beroep
Daar ben ik dankbaar voor. Schilderen met jongeren, werken aan hun ontwikkeling én aan de Global Goals, wat wil je nog meer? Het is bovendien betaald en dat is heel belangrijk voor Funarte. Overigens doe ik ook vrijwilligerswerk in de regio Estelí. Elke zomer ben ik een aantal maanden actief als badmeester, in natuurbaden. Dat vind ik fijn om te doen en het is belangrijk. Niet iedereen kan zich goed redden in het water. Een dronkelap bijvoorbeeld overschat zich daarin.
Badmeester zijn is teamwork. Je kijkt nooit naar het water recht beneden je, want dan heb je geen overzicht, je kijkt naar het water aan de overkant. De badmeester aan de overkant kijkt naar het water bij jou. Je geeft elkaar een seintje als je wat ziet. Eens heb ik een jongen eruit gezet die steeds net deed of hij verdronk. Zijn familie was het er niet mee eens. De eigenaar van het terrein wilde geen hommeles. Toen hebben we de politie erbij gehaald en werd de hele familie verwijderd. Bij een zwembad is de badmeester de baas -zo simpel is het- en niet de eigenaar. De politie volgt de aanwijzing van de badmeester.
Heb je nog inspiratie opgedaan in Tilburg?
Ik kijk altijd goed rond waar ik kom. In Tilburg heb ik diverse muurschilderingen gezien. Op weg naar Yuverta zag ik een huis met een gigantische boekenkast. Super! Achter museum De Pont zijn ook mooie muurschilderingen. Ongelofelijk dat er eentje weg moet van de architect. Het museum zelf was ook interessant. Bijvoorbeeld het zwarte gat, dat volgens mij geen gat is. En de expositie van Kara Walker, een zwarte Amerikaanse. In het textielmuseum ben ik niet geweest.
Wat ga je doen als je terug bent in Nicaragua?
Als ik terug ben wil ik gaan vulkaanglijden bij de Cerro Negro. Sandboarding dus, op zwart vulkaanzand. Dat lijkt me fantastisch en ik heb het nog nooit gedaan. Ik zit niet graag thuis.
Herman Fitters
(op de foto's Manuel in Tilburg en met zijn gastgezin)